Achtergronden bij de opvang in Nederland 

In de Nederlandse wet- en regelgeving staat wie wanneer in aanmerking komt voor opvang door de overheid. Een vreemdeling die volgens deze regels geen recht op opvang heeft, kan niet altijd daadwerkelijk Nederland verlaten. In zo’n situatie heeft iemand wel opvang nodig.

Redenen waarom iemand (tijdelijk) niet kan vertrekken kunnen bijvoorbeeld zijn dat iemand bang is voor vervolging in het land van herkomst, medische problemen maar ook praktische problemen met betrekking tot reisdocumenten en nationaliteit.

Hieronder staat een overzicht van de verschillende mogelijkheden voor opvang in Nederland. Hieruit blijkt duidelijk dat initiatieven zoals het Wereldvrouwenhuis hard nodig blijven.

Opvang vanuit het Rijk

Wie heeft wanneer recht op opvang?

Er bestaat in Nederland voor asielzoekers een recht op opvang vanaf het moment dat de asielaanvraag is ingediend. Naast asielzoekers kunnen ook vreemdelingen met ernstige medische problemen recht hebben op opvang.

Wat valt er nog meer onder opvang? 

Naast een dak boven je hoofd ook voedsel en kleding. Volgens Europese regelgeving valt onder opvang ook het recht op een dagvergoeding.

Waar wordt de opvang verleend? 

Tijdens de asielprocedure verblijven vreemdelingen in verschillende opvanglocaties. Wie waar moet verblijven, wordt geregeld door het Centraal orgaan opvang asielzoekers (het COA). De plaats van opvang is onder andere afhankelijk van de fase van de asielprocedure. Het COA houdt doorgaans geen rekening met de voorkeur van de vreemdeling voor de plaats van opvang .

Aparte groepen

  • extra begeleiding en toezichtlocatie (ebtl): voor vreemdelingen die in de normale opvang overlast veroorzaken en daarmee een gevaar opleveren voor medebewoners dan wel het personeel. In de ebtl wordt ook een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd. Dat betekent dat de vreemdeling buiten deze opvang maar in een zeer beperkt gebied mag komen
  • intensief begeleidende de opvang (ibo) of psychiatrisch ziekenhuis Veldzicht: voor vreemdelingen met zware psychische problemen.
  • Gezinslocaties: voor gezinnen omdat het onderdak van gezinnen met minderjarige kinderen niet mag worden beëindigd zolang het vertrek uit Nederland niet heeft plaatsgevonden. Gezinnen met minderjarige kinderen worden na de asielprocedure overgeplaatst naar, op het vertrek gerichte, gezinslocaties.
  • Vrijheidsbeperkende locatie: als mensen niet in de (hierna te noemen) bed-bad-enbroodvoorziening terecht kunnen (omdat daar heel vaak geen plaats is) is het alternatief vanuit het Rijk de vrijheidsbeperkende locatie. Dat is vaak geen geschikt alternatief. Er is vaak geen plek, de voorzieningen zijn zeer sober en er is een verplichting om mee te werken aan vertrek uit Nederland, hetgeen niet altijd mogelijk is.

Einde recht op opvang

Wanneer een asielverzoek wordt ingewilligd, wordt de vreemdeling door het COA gekoppeld aan een gemeente. De vreemdeling krijgt dan via de zogenoemde urgentieprocedure een woning toegewezen. Daarna eindigt het recht op opvang in een COA locatie.

Wanneer het asielverzoek door de IND wordt afgewezen, wordt er daarnaast een terugkeerbesluit opgenomen waarin staat dat de vreemdeling Nederland en vaak zelfs de Europese Unie moet verlaten en binnen hoeveel dagen dat moet gebeuren, maximaal 28 dagen. Het recht op opvang eindigt daarna vaak ook. Indien de vreemdeling het daarmee niet eens is, kan hij tegen de beslissing van de IND in beroep. Tijdens deze beroepsprocedure behoudt een vreemdeling in beginsel het recht op opvang aangezien deze procedure in Nederland mag worden afgewacht. Tijdens een eventueel hoger beroep bestaat er in principe geen recht op opvang.

Opvang vanuit de gemeente

Bed bad brood

Door de Raad van Europa is een aantal jaar geleden aangegeven dat ook illegalen recht moeten hebben op basisvoorzieningen, zoals onderdak, voedsel en kleding om te voorkomen dat zij op straat belanden. Hieruit is de bed bad brood opvang ontstaan. Dit is opvang toegestaan en/of mogelijk gemaakt door gemeenten omdat het niet wenselijk wordt geacht dat vreemdelingen op straat zwerven. Zij worden vaker ziek en lopen meer risico in de criminaliteit te belanden of om te worden uitgebuit. In Nijmegen wordt dit geregeld door de Stichting noodopvang vluchtelingen Nijmegen (Snov).

Landelijke voorziening vreemdelingen (LVV)

Naar aanleiding van afspraken in het regeerakkoord hebben de Rijksoverheid en gemeenten afspraken gemaakt om de gemeentelijke bed bad broodvoorzieningen om te zetten naar een landelijke voorziening vreemdeling (LVV). Hierbij wordt de verantwoordelijkheid voor opvang van illegalen gedeeld door het Rijk en de gemeenten. In 2019 is een pilot gestart in de steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen. In deze LVV’s krijgt de vreemdeling bed, bad en brood aangeboden en daarnaast begeleiding om tot een oplossing te komen: alsnog een verblijfsvergunning verkrijgen, of indien hij hier niet voor in aanmerking komt, vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst of eventueel doormigratie naar een ander veilig land.

Particuliere initiatieven

De opvang door de rijksoverheid en de gemeenten is op dit moment nog steeds niet sluitend en het Wereldvrouwenhuis verwacht ook niet dat deze opvang ooit helemaal sluitend zal worden. Dit komt onder andere door de verschillende voorwaarden die gelden voor opvang vanuit de gemeenten dan wel het Rijk waaraan niet altijd voldaan kan worden en daarnaast zijn er vaak ook praktische problemen, zoals dat er te weinig plek beschikbaar is. Dat betekent dat initiatieven zoals het Wereldvrouwenhuis, maar ook Stichting Gast in Nijmegen, Vluchteling in de knel in Eindhoven en Stil in Utrecht noodzakelijk blijven.

Meer informatie:

- de website van het Coa

- de website van de IND

- de website van de Dienst Terugkeer en Vertrek